1. Wat is mijn leeftijd?

Ben je jonger dan 35? Dan heb je dankzij startersregelingen vaak minder spaargeld nodig bij het kopen van een huis. Als je voor het eerst een woning koopt voor je 35e hoef je (onder voorwaarden) ook geen overdrachtsbelasting meer te betalen.

Nader je je pensioenleeftijd? Dan is het juist goed om na te denken over je inkomen: dat zal waarschijnlijk dalen na je pensionering.

2. Hoe lang wil ik in de woning blijven wonen?

Zoals al eerder besproken ben je een stuk flexibeler met een huurwoning. Wil je binnenkort naar het buitenland? Dan hoef je alleen maar je huur op te zeggen.

Met een koophuis heb je doorgaans meer tijd nodig om het te verkopen en netjes op te leveren voor de volgende bewoners. Als je langer op 1 plek denkt te wonen, bijvoorbeeld samen met je partner en/of met kinderen, dan is een koopwoning wellicht een stabielere optie. Bedenk ook dat je je koopwoning niet zomaar (tijdelijk) mag verhuren.

3. Hoeveel spaargeld heb ik?

Voor een koopwoning heb je een flink spaarpotje (of financiële hulp van familie) nodig: alle bijkomende kosten moet je uit eigen zak betalen. Bij een huurwoning heb je vaak wat minder spaargeld nodig. De borg voor een huurwoning is vaak niet zo hoog als de eenmalige kosten die bij een koopwoning komen kijken.

4. Hoe stabiel is mijn inkomen?

Geldverstrekkers willen graag dat je een voorspelbaar inkomen hebt. Ze bekijken ook of je schulden hebt die bij het BKR geregistreerd zijn, omdat dit invloed heeft op je besteedbare inkomen. En ook je eventuele studieschuld moet je aangeven. Verhuurders letten hier ook op, maar zijn vaak wat soepeler in hun voorwaarden.

5. In welke regio wil ik wonen?

In de grote steden is het voor starters steeds moeilijker om een koopwoning te vinden. Door de krapte op de woningmarkt is overbieden meer regel dan uitzondering geworden, en veel starters hebben daar de middelen niet voor. Zoek je buiten de Randstad, dan speelt dit probleem een kleinere rol.

6. Kom ik in aanmerking voor een sociale huurwoning?

Als je met jouw inkomen recht hebt op een sociale huurwoning, en dus ook op huurtoeslag, dan kun je je woonlasten redelijk laag houden. Het probleem is wel dat je in veel regio’s al heel lang bij een woningcorporatie ingeschreven moet staan om een woning toegewezen te krijgen.

7. Hoeveel onderhoud heeft mijn droomwoning nodig?

Heb je al een koophuis op het oog? Onderzoek dan ook goed hoeveel onderhoud hieraan nodig is. Ben je bereid om hier ook voor te betalen? En heb je al bedacht of je hiervoor een bouwdepot wilt afsluiten?

8. Gaat de rente nog verder dalen?

De gemiddelde hypotheekrente staat op het moment van schrijven erg laag, wat het afsluiten van een hypotheek aantrekkelijker maakt. Maar die kan natuurlijk veranderen. Welke kant het opgaat, dat is erg lastig te voorspellen. Denk je dat de rente nog lager zakt, dan is het wellicht voordeliger om nog even te wachten met kopen. Gaat hij juist stijgen, dan zit je in de toekomst juist met hogere maandlasten.

9. Wat gaat de woningmarkt doen?

Wat we wel kunnen voorspellen is dat de enorme krapte op de woningmarkt nog wel een tijdje kan aanhouden, tot er genoeg nieuwe woningen beschikbaar zijn. Deze schaarste drijft de prijzen van koopwoningen flink omhoog, en we zien dat ook de huren (in de vrije sector) nog steeds stijgen.

Als je eenmaal een woning hebt kan deze krapte juist zorgen voor meer vermogensopbouw, omdat de waarde van je woning waarschijnlijk mee zal stijgen. Neemt de krapte af, dan kan je woning juist minder waard worden dan de aankoopprijs. Neem deze ontwikkelingen dus ook mee in je overweging.

Bereken wat voor jou voordeliger is: huren of kopen?

Ten slotte: bereken van tevoren wat voor jou op dit moment het voordeligst is. Kan je je, met de huur die je nu wellicht al betaalt, ook een hypotheek veroorloven?

Een rekenvoorbeeld

Een huurwoning in Amsterdam kost je al snel € 1.300 huur per maand.

Van datzelfde bedrag kan je een koopwoning financieren:

Wanneer je een hypotheek afsluit van € 350.000, tegen een hypotheekrente van 1,6% en met een aflosperiode van 30 jaar, dan bedraagt de maandlast voor je hypotheek € 1.225.

Van die maandlast is ongeveer € 750 euro bestemd voor daadwerkelijke aflossing, de rest gaat op aan de rente die je aan de geldverstrekker betaalt. Die € 750 ben je dus niet kwijt, hiermee bouw je juist vermogen op.

Let er ook op dat je het verschil in maandlasten van € 75 waarschijnlijk alsnog kwijt bent aan kosten zoals VvE-bijdragen en gemeentebelastingen die je als woningeigenaar moet betalen.

Bedenk daarnaast zelf ook welk deel van je inkomen je kwijt wilt zijn aan je maandlasten, en hoeveel je bereid bent te betalen aan eenmalige kosten. Kan je voor dat bedrag iets kopen wat aan jouw eisen voldoet?

In een oriënterend gesprek bij Viisi rekent je adviseur graag voor je uit wat je in jouw situatie kan besteden. Via de knop hieronder kan je alvast een inschatting van jouw maximale hypotheek maken.

Bereken jouw maximale hypotheek

Download onze whitepaper ‘Wat is slimmer: huren of kopen?’

Alle informatie die je nodig hebt, verpakt in één whitepaper. Vul je gegevens in en download gratis onze whitepaper ‘Wat is slimmer: huren of kopen?’.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Deel dit artikel: