Bij prefab denk je misschien aan snel en goedkoop. Ook in de woningmarkt had prefab lang dat imago. Als er binnen no-time een woning of een flat werd gebouwd kon dat nooit veel soeps zijn. Tegenwoordig is dat wel anders. De prefab oplossingen in de woningsector zijn nu juist duurzaam, technisch vernuftig en ook nog eens mooi. Ze veroveren de markt steeds sneller en bieden nieuwe mogelijkheden voor zelfbouwers, kleine budgetten en eenpersoonshuishoudens. Hoe heeft prefab zich zo ontwikkeld?

In Nederland gaat het zelf bouwen terug tot in de zeventiende eeuw. Toen we begonnen met het droogleggen van meren, plassen en moerasgebieden ontstond er nieuwe grond. Grond zonder eigenaren.

In onze toenmalige staatsvorm betekende dit dat iedereen met wat spaargeld een stuk grond kon kopen en hier zelf iets op mocht bouwen. Een uitzondering in Europa, want meestal was grond in het bezit van de rijke adel en niet van de gewone burgerij.

Een Rotterdams flatgebouw in de stijl van de wederopbouw

Snelle wederopbouw

We maken een grote sprong vooruit, naar de wederopbouw in de jaren ‘50, ‘60 en ‘70. De enorme uniforme projecten uit die tijd leverden juist een heel gestandaardiseerd beeld van wonen op. De rijtjeshuizen, twee-onder-een-kapwoningen, geschakelde woningen en flatgebouwen schoten als paddenstoelen de grond uit.

Overheden bepaalden waar die wijken werden gebouwd. En hoe die woningen eruit mochten zien, dat was aan de schoonheidscommissies. Zij beslisten welke projecten een vergunning toegewezen kregen. Kortom: van zelf bouwen en ontwerpen was weinig sprake meer, en prefab beleefde flinke opbloei.

Persoonlijke prefab

Terug naar het nu. Er is nog steeds veel behoefte aan extra woningen, maar ook aan individuele ontwerpen. Dat vind je terug in nieuwe wijken, zoals IJburg in Amsterdam. Prefab woningen zijn een praktisch en vaak goedkoop antwoord op die behoefte. Je kunt wonen in een uniek nieuwbouwhuis, aangepast naar eigen smaak en wensen. Mét relatief korte bouwtijd, wat ook voordelen biedt qua kosten.

De prefabwoningmarkt haakt hiermee in op een veel grotere trend die we ook wel ‘mass customisation’ noemen. Niet alleen architecten, maar ook gewone eigenaars kunnen zo invloed uitoefenen op het ontwerpen van hun eigen huis. Het werkt vaak met een aantal standaard modules, waarbinnen je uit een palet aan individuele mogelijkheden kan kiezen.

De duurzame ontwerpen van Barentsz zijn hier een voorbeeld van. De kop ‘Eén basishuis, duizend-en-één mogelijkheden’ vat het mooi samen. Er ligt al een basisontwerp en je kunt zelf kiezen wat je daaraan toevoegt. Een ander dak, een bijkeuken, of toch een hele extra woonlaag? Het kan allemaal.

Heb je minder behoefte aan personalisatie, dan kun je ook voor de loodswoning of een lofthome gaan. Deze prefabhuizen worden geleverd in slechts enkele modellen en vaak kant-en-klaar opgeleverd, zonder dat je zelf nog hoeft na te denken over individuele aanpassingen. Makkelijk, maar toch origineler dan de gemiddelde nieuwbouwwoning. Hou je het liever klein? Dan kan een kant-en-klaar tiny house ook een optie zijn.

Een bijkomend voordeel van prefabhuizen: ze vallen vaak binnen een budget dat voor een breed publiek toegankelijk is. Afgezien van de grondprijzen natuurlijk, want dat is helaas een stuk schaarser en duurder dan in de zeventiende eeuw.

De nieuwste ontwikkeling op dit zelfbouw- en prefabgebied is het recyclen van oude bouwmaterialen. Op zichzelf is dat al een vorm van prefab, want de materialen zijn er al. Het onlangs in het leven geroepen Madaster heeft er zelfs een business van gemaakt. Met het motto “afval is materiaal zonder identiteit”, catalogiseren zij oude bouwmaterialen en stellen deze opnieuw beschikbaar. Zo wordt je persoonlijke prefabwoning extra duurzaam!