Neonlamp met de woorden 'Less is more'

Ken je dat, overal spullen in je woning die je niet echt gebruikt? Zonde eigenlijk. Niet alleen van die spullen, maar ook van de ruimte. Hoe kom je aan al die spullen, en hoe kom je er weer vanaf?

Waarom verzamelen we?

In ons leven verzamelen we een heleboel spullen om ons heen. Dat hamsteren en sparen is een hardnekkig fenomeen. Misschien komt dat door die zuinigheid in onze Nederlandse cultuur. We sparen geld, zegeltjes, twaalfdelige serviezen, en ga zo maar door. Je weet maar nooit wanneer je het nodig hebt, toch? Sparen is een deugd, laten we het daarop houden.

Maar weggooien vinden we ook lastig. Is bijvoorbeeld je camera kapot? Dan bewaren we die vaak alsnog, want misschien kan het nog gemaakt worden. Dat is op zich een goede eigenschap, maar laat het dan ook écht repareren (of doe het zelf, bijvoorbeeld in een Repair Café) in plaats van het bij je andere oude apparaten te stallen.

Heb je iets van je dierbare oudtante geërfd wat je eigenlijk niet zo mooi vindt? Dan kun je het waarschijnlijk niet over je hart verkrijgen om het weg te doen. Sentimentele waarde speelt zo ook een grote rol in onze verzameldrang.

Een rommelig bureau vol met spullen

Meer spullen, meer stress

Spullen zorgen niet alleen voor minder ruimte in je huis. Volgens onderzoek ervaren mensen die in een vol en rommelig huis wonen hogere stresslevels en minder focus. Daarnaast kan rommel ervoor zorgen dat je moeilijker in slaap valt, en zelfs dat je meer zin krijgt in junk food. We worden dus niet gelukkiger van meer spullen om ons heen.

Het is een beetje als een overvolle etalage. Je verliest het overzicht en je gaat minder waarde hechten aan alle verschillende producten die je hebt. Richt je jouw ‘etalage’ in met maar twee of drie producten van écht goede kwaliteit, dan hecht je er vanzelf meer waarde aan en behandel je ze met meer aandacht. Less is more.

Weg ermee

Wil je meer ruimte in je huis én in je hoofd, dan doe je er goed aan om eens flink op te ruimen. In het artikel over tiny houses noemden we Marie Kondo al, de bekende Japanse opruimgoeroe. Zij heeft het fenomeen ‘respectvol opruimen’ populair gemaakt. Haar motto: mensen hebben meer spullen dan ze eigenlijk nodig hebben. Word je niet gelukkig van bepaalde spullen? Dan mogen die gewoon weg.

Ze was echter niet de eerste: Jan des Bouvrie zei ooit al dat je geen cent hoeft uit te geven voor een nieuwe interieur. “Nederland moet de helft van zijn huisraad weggooien, dan is iedereen leuker ingericht.”

Een MUJI opbergkast, handig bij het opruimen

Aan de slag

Kies een regenachtige zondagmiddag uit en begin er gewoon mee. Of prik een moment voor je verhuizing naar een volgende woning, dat scheelt je een hoop spullen en twijfels tijdens het inpakken zelf. Ga één voor één door de ruimtes in je huis en probeer steeds de helft van je spullen weg te doen. Stel jezelf vragen als: Heb ik dit echt nodig? Heeft iemand anders er misschien meer aan? Does it spark joy? En wil je die overvolle boekenkast zo houden, of stap je over op de e-reader? Ervaar daarna wat de ruimte met je doet. Grote kans dat het je ook meer ruimte in je hoofd oplevert.

Kan je nog geen definitief afscheid nemen van je spullen? Dan is netjes opbergen natuurlijk ook een optie. Ook daar is een markt voor: kijk naar IKEA of het Japanse merk MUJI.

En lukt het zelf écht niet? Dan kun je tegenwoordig ook hulp krijgen van zogenaamde opruimcoaches. Zij gaan dan samen met jou aan de slag om je van de overtollige spullen af te helpen. Succes!