Kantoren worden omgebouwd tot bonte speeltuinen in de hoop creatieve ideeën uit werknemers te halen. Volgens Peter de Boer kun je beter samen gaan afwassen of de heg snoeien, want daar rollen veel meer aha-momenten uit.

Afwasbrainstorm

‘Denk toch eens out of the box!’ Op dit prangende appel volgt meestal een wat glazige blik. Want als je niet eens doorhebt dat je überhaupt in een doos zit hoe kun je daar dan buiten denken? We hebben het natuurlijk over de figuurlijke doos waarin zovele professionals gevangen zitten, niet in staat om verder te kijken dan de slotgracht rond hun eigen corporate kasteel. ‘Hun denkraam is te klein’, zou heer Bommel zorgelijk concluderen.

Schommels en glijbaantjes

Organisaties proberen van alles te doen om de creatieve processen van hun mensen op gang te helpen. Deze ‘oplossingen’ nemen extravagante, soms bizarre vormen aan: speelse kantoorinterieurs met schommels en glijbaantjes, grote bewegende objecten, enorme flatscreens, felle kleuren, grote kussens om creatief in te kunnen liggen en hightech-joligheden.

“Ik heb menig ruimte met zulke hardware speeltjes gezien. De box wordt er beslist door opgevrolijkt, maar het blijft een box. Het gewenste effect, namelijk het erbuiten denken, blijft uit.”

En nieuwe, frisse ideeën is toch waar elke organisatie, zeker in onze sector, het van moet hebben.

Aha-moment

Ondanks dat er voldoende knappe koppen zitten bij die naar creativiteit hunkerende organisaties, benaderen zij het creativiteitsprobleem kennelijk niet wetenschappelijk. Uit menig onderzoek blijkt immers dat het brein creatief wordt op het moment dat we een routineklus doen. En dan vooral nádat we ons hebben beziggehouden met uitdagende vraagstukken of problemen. Het brein is in die fase niet in een ruststand, maar draait als het ware stationair. Op dat moment wordt het voorafgaande probleem, dat wat je moest oplossen, multilateraal gescand door zo’n beetje alles wat we in ons brein hebben opgeslagen aan ervaringen en kennis.

“Het onverwachte Aha-moment is niet zelden het resultaat van dat stationair draaien. We hebben dan 1, 2, soms wel 10 oplossingen ‘bedacht’.”

Wat kunnen we met die wetenschap? In ieder geval niet gaan schommelen in een kantoorspeeltuin. Nee, als iedereen bekaf, met moeilijke rimpels op het voorhoofd uit de zwaar uitgelopen brainstormsessie strompelt, dan is er maar een manier om weer creatief te worden: met z’n allen stofzuigen, afwassen, strijken, aardappels schillen en/of de heg snoeien. En daarna de creatieve hersenspinsels oogsten en die ook echt serieus nemen.

Dat zie ik dus nooit ergens gebeuren. Sterker, het vergaderen gaat gewoon door totdat er een soort van halfbakken resultaat uitkomt. Want je zet dan wel een glijbaan neer op je kantoor, het moet natuurlijk geen spelletje worden.

Lekker soppen

Wat is dat toch met het bedrijfsleven, dat het allemaal zo serieus moet? Dat we alleen maar skills waarderen en het gevoelsmatige en afwijkende blijven afwijzen.

“Die kantoorspeeltuinen zijn een wanhopige poging om toch vat te krijgen op iets wat we kennelijk heel graag willen hebben.”

Maar aan het eind van de dag, als een presentatie of idee moeten worden gepresenteerd aan het management, dan moet alles ineens feitelijk, analytisch, sequentieel en rationeel kloppen. Je kunt op dat moment zeggen: ‘Ja het klopt weliswaar, maar ik vind er geen bal aan. Ik voel er niks bij, behalve verveling.’ Waarschijnlijk heb je zelfs helemaal gelijk en is het gepresenteerde resultaat inderdaad gedoemd te mislukken. Maar die vaststelling is meestal niet bevorderlijk voor je carrière.

Er ligt daar een mooie kans – misschien zelfs een plicht – voor marketeers: schud de meute wakker met routineklusjes.

Weg met die jolige speeltuintjes in een oersaai kantoor. Geef iedereen een afwasborstel, een teiltje, een schort en een berg vuile vaat. Lekker soppen allemaal, en daarna winnende ideeën spuien!

Deze column van verscheen op 9 november 2021 op Marketing Tribune